CV Ketel Waterdruk Controleren Bijvullen Radiatoren Ontluchten

Vooraf: Wat heeft u nodig?

Voordat u begint, is het handig om de volgende spullen te verzamelen:

  • Een vulslang: Zorg ervoor dat deze lang genoeg is om van de waterkraan naar de cv-ketel te reiken.
  • Een emmer: Om overtollig water op te vangen.
  • Een oude doek of dweil: Voor eventueel gemorst water.
  • Een ontluchtingssleutel: Een klein, vierkant sleuteltje dat past op het ventiel van uw radiatoren.
  • (Optioneel) Een waterpomptang: Kan handig zijn als de doppen van de vulkraan of waterkraan erg vast zitten.

Deel 1: De Waterdruk van de CV-Ketel Controleren

Dit is de eerste stap. U controleert of bijvullen überhaupt nodig is.

Wanneer controleren?

  • Periodiek, bijvoorbeeld eens in de paar maanden.
  • Als u borrelende of tikkende geluiden hoort in de leidingen of radiatoren.
  • Als de radiatoren, met name op de bovenste verdieping, niet meer goed warm worden.
  • Als uw cv-ketel een storingscode aangeeft die duidt op lage druk.

Stappenplan:

  1. Zoek de drukmeter (manometer): Deze bevindt zich meestal aan de voorkant of onderkant van uw cv-ketel. Het is een rond metertje met een wijzer, vergelijkbaar met een klok. Sommige moderne ketels hebben een digitale display waarop de druk wordt weergegeven.
  2. Lees de druk af: De druk wordt aangegeven in de eenheid ‘bar’.
    • Ideale druk (groene zone): De waterdruk moet tussen de 1,5 en 2,0 bar zijn als het systeem koud is. Dit is de optimale werkdruk voor de meeste installaties.
    • Te lage druk (rode zone): Is de druk lager dan 1,5 bar? Dan is het tijd om de ketel bij te vullen. Bij een druk onder de 1,0 bar kan de ketel in storing vallen.
    • Te hoge druk: Is de druk hoger dan 2,0 bar (en zeker boven de 2,5 bar)? Dan is bijvullen niet nodig. Een te hoge druk kan worden verlaagd door radiatoren te ontluchten (zie Deel 3).

(Dit is een voorbeeldafbeelding ter illustratie)

Conclusie van Deel 1: Als de druk onder de 1,5 bar is, ga dan verder met Deel 2.

Deel 2: De CV-Ketel Bijvullen

Voer deze stappen rustig en zorgvuldig uit. Het is eenvoudiger dan het lijkt.

Stappenplan:

  1. Zet de thermostaat laag: Draai de kamerthermostaat naar de laagste stand zodat de ketel afslaat. Wacht ongeveer 15-20 minuten zodat het water in het systeem kan afkoelen. Dit voorkomt schade door temperatuurverschillen.
  2. Sluit de vulslang aan op de waterkraan: Zoek de waterkraan die het dichtst bij uw cv-ketel zit. Dit is vaak een kraan met een aparte hendel of draaiknop. Sluit hier één uiteinde van de vulslang op aan.
  3. Vul de slang met water: Houd het andere uiteinde van de slang in de emmer en draai de waterkraan voorzichtig open. Laat de slang vollopen totdat er geen lucht meer uitkomt en er een constante stroom water is. Draai de waterkraan daarna weer dicht.
    • Pro-tip: Door de slang eerst te vullen, voorkomt u dat u extra lucht in uw cv-systeem spuit.
  4. Sluit de slang aan op de vulkraan van de ketel: De vulkraan van de cv-installatie zit meestal in de buurt van de drukmeter en heeft een rode of blauwe (soms zwarte) dop of hendel. Verwijder de dop en sluit hier het andere, nu met water gevulde, uiteinde van de slang op aan.
  5. Open de kranen in de juiste volgorde:
    • Draai eerst de waterkraan volledig open.
    • Draai daarna de vulkraan van de cv-ketel langzaam open (vaak een kwartslag). U hoort nu water het systeem in stromen.
  6. Houd de drukmeter in de gaten: De wijzer van de drukmeter zal nu beginnen te stijgen. Laat de druk oplopen tot ongeveer 1,8 bar. Dit geeft u wat speling voor een eventuele kleine drukdaling na het ontluchten. Ga niet boven de 2,0 bar.
  7. Sluit de kranen in omgekeerde volgorde:
    • Draai eerst de vulkraan van de cv-ketel dicht.
    • Draai daarna de waterkraan dicht. Dit is de belangrijkste stap om problemen te voorkomen.
  8. Koppel de slang af: Houd de emmer en de doek bij de hand. Koppel eerst de slang los van de vulkraan van de ketel en laat het water uit de slang in de emmer lopen. Koppel daarna de slang los van de waterkraan. Plaats de dop terug op de vulkraan.
  9. Controleer: De druk staat nu correct. U kunt de thermostaat weer op de gewenste temperatuur zetten.

Conclusie van Deel 2: De ketel is bijgevuld. Omdat er mogelijk wat lucht in het systeem is gekomen, is het sterk aan te raden om direct door te gaan met Deel 3.

Deel 3: De Radiatoren Ontluchten

Door te ontluchten verwijdert u luchtbellen uit het systeem, wat zorgt voor een efficiënte en stille verwarming.

Wanneer ontluchten?

  • Altijd na het bijvullen van de cv-ketel.
  • Als u borrelende of stromende geluiden hoort in de radiatoren.
  • Als een radiator aan de onderkant wel warm wordt, maar aan de bovenkant koud blijft.

Stappenplan:

  1. Stook de installatie even op: Zet de thermostaat voor 10-15 minuten op een hoge stand (bv. 25 °C). Hierdoor verzamelt alle lucht zich bij de ontluchtingsventielen bovenin de radiatoren.
  2. Zet de ketel uit: Zet de thermostaat weer helemaal laag en wacht 10-15 minuten. Dit zorgt ervoor dat het water niet meer circuleert en dat u zich niet brandt aan heet water tijdens het ontluchten.
  3. Begin op het laagste punt: Werk systematisch. Begin met de radiatoren op de laagste verdieping en werk zo uw weg omhoog naar de zolder. Lucht stijgt immers op.
  4. Het ontluchten:
    • Houd een doekje onder het ontluchtingsventiel van de radiator. Het ventiel is een klein, rond nippeltje met een vierkant pinnetje erin, meestal aan de bovenhoek van de radiator.
    • Plaats de ontluchtingssleutel op het pinnetje.
    • Draai het ventiel langzaam een halve slag linksom (tegen de klok in) totdat u een sissend geluid hoort. Dit is de lucht die ontsnapt.
    • Zodra er een constante straal water uit het ventiel komt, draait u het direct weer dicht (rechtsom). Draai niet te vast.
  5. Herhaal voor alle radiatoren: Volg stap 4 voor elke radiator in huis, van beneden naar boven.
  6. LAATSTE EN BELANGRIJKE STAP: Controleer de waterdruk opnieuw!
    • Na het ontluchten is de kans groot dat de waterdruk in de ketel weer is gedaald, omdat het volume van de ontsnapte lucht nu is opgevuld.
    • Loop terug naar de ketel en controleer de drukmeter (zie Deel 1).
    • Is de druk onder de 1,5 bar gezakt? Dan moet u het bijvulproces (Deel 2) nogmaals kort herhalen totdat de druk weer op circa 1,8 bar staat.
  7. Zet het systeem weer aan: U kunt de thermostaat nu weer op de normale temperatuur instellen. Uw systeem is nu optimaal gevuld en ontlucht.

Met dit uitgebreide plan kunt u zelfverzekerd en veilig het basisonderhoud aan uw cv-installatie uitvoeren. Als de druk na deze stappen snel weer daalt (bijvoorbeeld binnen enkele weken), kan er sprake zijn van een lekkage. Schakel in dat geval een professionele installateur in.